Korte moppen – Pagina 1.
1. 2 eieren
Twee eieren in een pannetje met heet water.
Zegt de ene tegen de andere: “Heet hè!”
zegt de andere: “Niet zeuren, daar word je hard van!”
2. Hanekam
Er zit een oude man aan de bar, en aan de andere kant zit een jongen met een
hanekam. De man zit gebiologeerd naar die jongen met die hanekam te kijken.
Op een gegeven ogenblik is die jongen het zat, en zegt: “He, ouwe, wat zit
je nou te kijken? Heb jij vroeger soms nooit iets geks gedaan?” Zegt die
oude man: “Nou je ’t zegt! Ik heb vroeger wel eens een papegaai geneukt. Ik
dacht effe dat je m’n zoon was!”
3. Vraagje
Een man in een café gaat even naar de WC. Bij de pisbakken gaat hij naast
een dronken kerel staan.
De dronken man zegt: “Meneer, kunt u mij zeggen: heb ik iets in mijn linkerhand?”
De man kijkt en zegt: “Nee.”
“Heb ik dan iets in mijn rechterhand?”
“Ook niet. Hoezo?”
Zegt de dronken man: “Verdomme, dan sta ik in mijn broek
te pissen.”
4. De spiegel
Er hangt ergens in een cafe een bijzondere spiegel, een wensspiegel. Wat je wenst gebeurt dan ook echt.
Komt er een vrouw aan en die wil giiiigaaaantische tieten hebben, – SJAKKA -,
Tieten zo groot als die van Pamela.
Tevreden keert ze huiswaarts waar haar
man vraagt hoe dat zo is gekomen.
Hij is benieuwd naar die spiegel en dus gaat ie er de volgende avond heen:
“Ik wens een lul die tot aan de grond komt.”
– SJAKKA –
Benen eraf.
5. Stotteraar
Een stotteraar zegt tegen een man in het café:
“K-k-k-kijk eens h-h-hier, b-b-beste m-man, j-je l-lacht m-mij w-w-wel uit,
m-maar iedereen h-h-heeft een afw-w-wijking! B-b-bijvoorbeeld, m-met
w-w-welke h-hand v-v-veeg j-jij j-je k-k-kont af?”
“Met mijn linkerhand.”
“D-d-d-dat is d-d-d-dan j-jouw afwijking!
D-de m-m-m-meeste m-m-m-mensen gebruiken p-p-papier.”
6. Altzheimer
Dokter: Mijnheer Jansen, ik heb slecht nieuws voor u.
Jansen: Voor de draad ermee, dokter.
Dokter: U heeft Alzheimer.
Jansen: Ai, dat is niet zo mooi.
Dokter: Er komt nog bij dat u ook nog kanker heeft.
Jansen: Mijn God, … nou ja, gelukkig heb ik tenminste geen Alzheimer.
7. Apestreken
Een man zit in een bar met een aap op zijn schouder. Hij moet even naar de
wc en vraag de barman even op de aap te passen. Als hij weg is rent de aap
naar het biljart en eet de rode bal op. “Wel GVD”, zegt de barman. Als de
eigenaar terug is vertelt hij het verhaal. “O, sorry”, zegt de man, “hier heb
je 20 euro. Als hij de bal uitkakt zal ik hem steriliseren en aan je
teruggeven”.
Een paar dagen later is hij terug om de bal in te leveren. Het is weer koek
en ei tussen hem en de barman en hij drinkt dus nog wat. Als hij weer naar
de wc moet zegt de barman: “hij gaat toch niet weer de biljartbal opeten hè?”
“Nee”, zegt de man, “daar is hij nu wel overheen.” Als hij op het toilet is
rent het aapje echter naar de pindabak en stopt een pinda in zijn reet. Hij laat hem even zitten en eet hem dan op. Weer is de barman met stomheid geslagen. Hij legt het hele verhaal uit aan de man als hij terug is. “Ja”,
zegt die, “sinds die affaire met die biljartbal wil hij, voordat hij iets
opeet, altijd eerst even kijken of het past”.
8. Bemoedigend
Doktoren: mijnheer Jansen, uw toestand is zo zeldzaam dat we niet eens
zeker weten of we het wel goed uitspreken.
9. Brandweerman
Brandweerman Jaap rende het brandende gebouw in en redde het mooie jonge
fotomodel die slechts gekleed was in de bovenste helft van haar babydoll.
Hij neemt haar in zijn armen en rent er 10 trappen mee naar beneden. Na een
korte sprint door de hal en over het plein legt hij haar veilig in de
gereedstaande ziekenwagen. Het meisje is vol van dankbaarheid. “O” je bent
fantastisch! Het moet een grote moed en kracht hebben gevergd om dat
allemaal voor me te doen.” – “Nou en of”‘ zegt Jaap, “en ik moest ook nog 3 collega’s neerslaan die ook naar jou onderweg waren.”
10 Brandweerman 2
Op de Veluwe woedt een hardnekkige bosbrand. Verscheidene brandweerkorpsen
bijten er de tanden al op stuk als de brandweer van een peipklein dorpje
van 10 km verderop komt aanrijden. Ze rijden met een noodvaart langs de
bluswerkzaamheden en sturen aan op de brandhaard. Tot ieders verbazing
stoppen ze pas midden in het vuur. Daar springen de ze uit de brandweerauto
en beginnen te blussen. Door deze aanpak wordt het vuur binnen een kwartier
gedoofd. De burgemeester is vol lof. “Heren, uw moedige daad heeft het bos
voor een ramp behoed. Ik schenk uw korps 1.000 euro.” -“Hmm,” mompelt één
van de brandweermannen, “kunnen we eindelijk nieuwe remmen voor de
brandweerauto kopen.”
[/responsivevoice]